De eerste brief voor Doris


Allerliefste Doris,

Vandaag ben je een week oud. We beginnen een ritme te ontwikkelen waarbij we ons allemaal prettig lijken te voelen.  Jij neemt de jou toebedeelde taken; slapen, eten en schattig zijn, uiterst serieus en we genieten allemaal. Vaak ga ik in gedachten terug naar de gebeurtenissen van een week geleden. De bevalling was goed en mooi, maar helemaal anders dan ik ooit had verwacht en ook zeker niet wat ik in gedachten had. Zelfs al heb ik als verloskundige vele bevallingen gezien en begeleid, noodgedwongen je eigen bevalling begeleiden is toch een ander verhaal. Ik heb alles opgeschreven zodat je het later nog eens terug kan lezen.   

Donderdag 3 December
Even na vieren werd ik wakker. Ik weet niet of het de eerste echt pijnlijke  wee of het huilen van Sophie was dat mijn slaap verstoorde maar haar wakker worden en het ‘echte begin’ van Doris’ komst moeten ongeveer tegelijkertijd hebben plaatsgevonden. Alsof Sophie voelde dat er iets groots te gebeuren stond, alsof ze wist dat haar zusje snel zou komen.

De weeën kwamen steeds regelmatiger en toen het tijd was voor Hartmut om naar zijn werk te gaan begon hij te aarzelen of dat nu wel zo’n goed idee was. Ik had de bevalling van Sophie in mijn hoofd en dacht dat het nog uren zou duren dus ik zei dat het wel kon. Hij besloot toch thuis te blijven en om lekker bezig te zijn ging hij een mooie houten kerstboom bouwen die nu in de kamer staat te pronken, het zal voor altijd een herinnering zijn aan de dag dat Doris geboren werd. Omdat het ook bijna Sinterklaas was ging ik de keuken in om een banketletter en gevulde speculaas te maken. Die laatste heeft mijn moeder trouwens afgemaakt want dat lukte toch niet helemaal meer. Een gezond kind is belangrijk maar je wilt ook geen verbrande speculaas uit de oven halen omdat je te druk was met bevallen.

We belden de verloskundige om te kijken wat de stand van zaken was. Ze kwam gelijk even langs en ik moet eerlijk zeggen dat ik een beetje teleurgesteld was toen ik hoorde dat er nog weinig veranderd was ten opzichte van mijn laatste controle twee dagen eerder. Was al dat werk dat mijn lichaam gedaan had dan voor niets?  De verloskundige ging weer weg en met het idee in mijn hoofd dat ik nog uren te gaan had gingen we een spelletje doen. Ik was ervan overtuigd dat we heel wat potjes zouden spelen maar moest al snel toegeven dat ik me steeds minder goed kon concentreren. Vlak voor het einde van het spel braken mijn vliezen. Het spel heb ik verloren maar die gebroken vliezen voelden wel als een kleine overwinning. Ik zei nog tegen m’n moeder  en Hartmut dat het vanaf dat moment wel eens heel heftig kon worden, niet wetende hoe waar die woorden zouden zijn. 

Ik ging even op bed liggen. Rust was goed dacht ik want ik had nog helder voor ogen dat ik de vorige keer op het einde haast te uitgeput was om nog verder te kunnen gaan. Hartmut kwam naast me liggen om mijn rugweeen weg te masseren zoals hij ook had gedaan bij de bevaling van Sophie. Ondertussen checkten we nog even of we het eens waren over de naam die we ons kind zouden geven zodat we niet voor verassingen zouden komen te staan als het er eenmaal was. De weeen werden met de minuut heftiger en volgden elkaar zo snel op dat ik niet eens zeker weet of ze wel een begin of een einde hadden. Ik had geen kracht om te zeggen dat de verloskundige gebeld moest worden omdat ik me helemaal moest concentreren op de pijn. Voor mijn gevoel duurde het uren maar het zal niet langer dan een kwartier geweest zijn. En die grote lange wee was alles wat Doris nodig had om op de wereld te komen. 

Ik had het gevoel dat ik naar de wc moest en instinctief voelde ik van onderen waar ik tot mijn verbazing babyhaartjes kon aaien. Er was geen houden meer aan, met mijn gebloemde zomerjurkje nog aan en in de meest onhandige positie die ik kan bedenken werd het hoofdje geboren. Als ik terugkijk is het een wonder hoe helder ik was want ik had de tegenwoordigheid van geest om op dat moment instructies te geven aan Hartmut en m’n moeder. We moesten even wachten op de volgende wee, het was misschien 20 seconden, maar voor de toeschouwers van de bevalling moeten het de langste 20 seconden van hun leven zijn geweest. De wee kwam en de ‘nieuwe verloskundigen’ konden Doris opvangen. Wat een ontlading! 

Alsof m’n moeder nooit anders gedaan had haalde ze handig de navelstreng die om het nekje zat weg. Even leek Doris een beetje bij te moeten komen van de schrik en het duurde een tijdje voor ze goed ging ademen. Bij gebrek aan medisch materiaal zoog ik met mijn mond het slijm uit haar mondje en neusje weg, ouderwets misschien, maar het deed wat het moest doen. Doris begon goed te ademen en veranderde snel in een mooie roze baby die gelijk begon te drinken toen ik haar op mijn borst legde. Pas toen bedacht ik me dat ik helemaal niet wist of we een zoon of een dochter gekregen hadden. Toen ik zag dat het een meisje was werd ik nog gelukkiger. Niet omdat het wat uitmaakte, een zoon was net zo goed welkom geweest. Maar nu konden we haar een naam geven, werd het mooie kindje dat aan mijn borst lag voor mijn gevoel ineens een persoon. En wat een zegen, twee mooie gezonde meisjes. Hartmut zal zijn handen vol hebben. 

Doris heeft meer dan een uur liggen drinken, snuffelen en bijkomen voordat mijn moeder samen met de verloskundig, die ondertussen gekomen was, de navelstreng kon doorknippen. Ze werd gewogen en gemeten en ik werd gecontroleerd en goedgekeurd. We zijn erg dankbaar  dat we allebei zonder kleerscheuren uit deze snelle bevalling zijn gekomen.

Hartmut kon ondertussen niet wachten om zijn meisje eindelijk vast te houden en terwijl ik lekker onder de douche stond lag zij bij hem in  haar blote velletje op z’n blote borst te knuffelen en aan hem te wennen. Daar bij haar vader is nog altijd een van haar favoriete plekjes. Ze wordt er heerlijk rustig en kan er uren slapen.

Ik kijk terug op een heftige maar mooie dag. Er is zo veel dat precies klopte, dat net goed ging, zo veel om dankbaar voor te zijn. Bijvoorbeeld dat Sophie gewoon lekker in haar eigen bedje sliep tijdens mijn heftige weeën en een half uurtje na de bevalling wakker werd om Doris te kunnen bewonderen. Of het feit dat ze zo lang gewacht had met komen dat haar oma er al was zodat haar vader niet helemaal alleen stond tijdens de bevalling. Of gewoon dat we op een thuisbevalling gehoopt en ervoor gepland hadden, erg ongebruikelijk in Zuid Afrika. Hierdoor stond alles klaar en waren we voorbereid op de rommel.

De uren en dagen na de komst van Doris zijn in geen enkel opzicht zo zwaar of moeilijk geweest als ik van tevoren gedacht had. Het wennen aan elkaar gaat rustig en geleidelijk. Doris is tot nu toe een kalm meisje dat nieuwsgierig in het rond kijkt als ze wakker is en uren kan liggen slapen zodat wij ook genoeg rust krijgen. Sophie is een trotse grote zus die gek is op haar kleine zusje. Die liefde is soms een beetje hardhandig, en af en toe is er weinig begrip voor het feit dat Doris nog niet zo goed kan spelen, maar over het algemeen is Sophie erg lief en kan ze het ook goed hebben als ik bijvoorbeeld op de bank zit om Doris te voeden en haar dus even wat minder aandacht kan geven.

Als ik nu in het wiegje kijk en Doris tevreden zie slapen kan ik me haast niet voorstellen dat ze er ooit niet was. Ze hoort er al zo bij. Met elke ongecontroleerde beweging die ze maakt, elke grimas in haar gezicht en met iedere minuut dat we naar haar prachtige koppie staren worden we meer verliefd. Wat zijn we rijk en wat hebben we veel reden om God te danken voor dit mooie wonder!