Beggars can't be choosers...

‘Beggars can’t be choosers ‘’(bedelaars mogen niet kieskeurig zijn)… Dat is waar, toch? Als iemand je geeft waar je om gevraagd hebt mag je niet klagen over wat je krijgt, of over de kwaliteit of bruikbaarheid ervan. Ooit gaf ik een bedelaar een appel, hij uitte zijn ongenoegen, gaf de appel terug  en zei dat hij liever een boterham had. Ik was verontwaardigd, ook een beetje boos. Als iemand liever zijn hand op houdt dan gaat werken mag hij ook niet kieskeurig zijn, vond ik.
Een vriendin van mij is vluchtelinge en heeft het niet breed. Ze vindt het vreselijk dat ze vaak in de ‘bedelaarscategorie’  valt. Wij hadden haar geholpen om een beurs te krijgen  om met haar man naar een weekendcursus te gaan. Het was veel werk geweest om het voor elkaar te krijgen en we waren blij dat het gelukt was. Toen het weekend van de cursus voorbij was  hoorde ik dat ze helemaal niet waren gegaan. Ondankbaar vond ik het, we hadden er zo veel tijd in gestoken en nu kwamen ze gewoon niet opdagen. Ik mopperde tegen Hartmut over het verlies van vertrouwen en geloofwaardigheid. Mijn motivatie om in de toekomst weer te helpen was weg.

Tot ik het hele verhaal hoorde en ik beschaamd moest opmerken dat ik te snel geoordeeld had. Niet naar de cursus komen was helemaal geen gevolg van gemakzucht en onwil. Vervoer van de cursuslocatie terug naar huis bleek onmogelijk, Hartmut had daarom aangeboden dat ze wel bij ons mochten slapen. Maar toen de cursusleider gevraagd werd of er misschien iemand was die in de richting van ons huis reed zodat ze mee konden rijden botste mijn vriendin tegen een muur van onbegrip. Daar kon de cursusleider haar niet mee helpen, dat moesten ze zelf maar regelen. Terwijl haar vraag om een lift juist haar beste  poging daartoe was. Mijn vriendin kreeg het gevoel dat ze tot last was, ze kregen de hele cursus al vergoed maar moest nog altijd moest bedelen om een lift. Het gevoel dat ze altijd maar haar hand moest ophouden, en het feit dat vervoersprobleem nog steeds niet opgelost was deed haar en haar man besluiten niet te komen.

Mijn vriendin liet me zien dat het niet gemakkelijk is om een ‘bedelaar’ te zijn. Om altijd afhankelijk te zijn van wat anderen je willen geven. En als je datgene wat gegeven wordt (een cursus in dit geval) niet aan kan nemen zien mensen je als ondankbaar. Als je hulp nodig hebt ben je afhankelijk van de grillen van anderen. En hoor je je te gedragen naar de verwachtingen van anderen. Je wordt al snel een marionet in het grote poppenspel dat gespeeld wordt om de gevers een beter gevoel over zichzelf te geven.  

Femke Halsema uitte deze week stevige kritiek op hulporganisaties. Ze verweet hen dat ze zich vaak richten op hulp die gemakkelijk uit te leggen en goed fotografeerbaar is.  Hulp die goed is voor een imago. En soms denk ik dat we, misschien in het klein, precies hetzelfde doen. We willen best helpen, best goed doen. Maar het is wel fijn als dat dan ook zichtbaar is voor anderen. Een klimrek bouwen bij een weeshuis, leuk! Vooral vanwege de foto’s en bijbehorende ‘likes’ en positieve reacties op je facebook pagina. Fietsen voor de kankerbestrijding, geweldig! Helemaal als je dan ook een interviewtje krijgt in de lokale krant.


Ben ik bereid om écht te helpen, om écht naast de dakloze, de AIDS patiënt, de vluchteling en de verschoppeling te zitten. En vooral ook als niet mijn voorwaarden, maar de voorwaarden van de ontvanger bovenaan staan? Als ik eerst moeten luisteren naar wat er eigenlijk nodig is voor ik mijn perfect afgelijnde pakketje met hulp, bruikbaar of niet, geef? Of ga ik dan liever  alleen maar baby’s en dieren helpen, die staan mooi op de foto en zeggen toch niets terug. Dan kan ik de regisseur van mijn hulp-poppenspel blijven…