Waardevolle medemens...
Elke dinsdag wordt de vuilnis opgehaald. Toen ik vorige week dinsdag thuis kwam was de container inderdaad leeg maar er lag ook een heleboel rommel op straat. Ik hoefde niet lang na te denken over hoe dat kwam. In Kaapstad wonen heel veel daklozen die elke dag van de week met hun boodschappenwagentje/kinderwagen/rolkoffer of gewoon met een kleine rugzak van wijk naar wijk trekken om de containers af te graven naar 'waardevolle spullen'. Roestige blikjes, kapotte schoenen of restjes eten. Vaak worden de containers helemaal leeggegraven. Je moet snel zijn en slim. De ervaren zoekers weten wel bij welke huizen veel te halen valt en als je een goede buit wilt hebben moet je zo veel mogelijk containers op een morgen doen. De containerwagen komt meestal al rond 7 uur dus veel tijd is er niet. Het is dan wel begrijpelijk dat niet alle rommel weer netjes teruggepropt wordt.
Gistermorgen zette ik de container weer buiten en er stond aan het begin van de straat al een heel 'daklozenleger' klaar om te kijken wat voor waardevols er tussen onze afval te vinden zou zijn. Ik voelde ergernis op komen en vond het nogal vervelend dat die mannen er waren, want straks zou de hele straat weer vol rommel liggen. En toen schrok ik ineens. Echt? Is dat wat ik dacht? Vervelend dat die mannen er zijn? Dacht ik echt dat ze maar ergens anders heen moesten omdat ze in mijn straat niet thuishoren? Was mijn hart echt zo koud?
Deze mannen hebben geen thuis, hebben geen andere plek waar ze heen kunnen. Deze mannen zijn nergens welkom, kunnen nooit eens languit op de bank liggen na een lekkere warme maaltijd. Niemand wacht op ze. Hun vrienden waarmee ze door de straten trekken zijn tegelijk hun concurenten. De belangrijkste regel op straat is 'ieder voor zich'...
Jezus daagt ons uit om naar onze naaste om te zien. En ja, mijn naaste is ook die man die zich al weken niet gewassen heeft, naar alcohol stinkt en rommel in mijn straat maakt. Ik zal maar beginnen met omzien door volgende week een bakje eten naast mijn container te zetten. En misschien de week daarna de schoenen die eigenlijk nog helemaal niet kapot zijn.. Misschien moet ik eigenlijk een praatje maken. Namen leren kennen. Ik moet beginnen met omzien naar mijn waardevolle medemens...