How the big city became home....
Deze foto is het uitzicht vanuit de dokterswachtkamer waar ik vanmorgen was. Terwijl ik zat te wachten en naar buiten keek dwaalden mijn gedachten af. 2,5 jaar geleden zat ik in precies diezelfde wachtkamer. Het was onze allereerste week in Kaapstad. We moesten een röntgenfoto van mijn longen laten maken voor mijn visumaanvraag. Ik weet nog goed dat ik toen naar buiten keek, al die grote gebouwen zag en een vreemde mengeling van opwinding en angst voelde. Zo’n grote stad, wat zou er veel te beleven zijn. Zo'n grote stad, hoe vinden we er ooit onze weg. Zo’n grote stad, zo veel mensen overal vandaan om te leren kennen. Zo’n grote stad, hoe maken we hier ooit vrienden. Alles was leuk en opwindend, maar vooral ook heel erg nieuw en onbekend. Het voelde haast als springen in het diepe zonder zeker te weten of je wel kan zwemmen.
Soms moeten Hartmut en ik lachen om hoe ‘dom’ we die eerste week waren. Iedereen waarschuwde ons dat Kaapstad nogal gevaarlijk was en wij hadden geen idee. Ik weet nog goed dat we naar een supermarkt gingen en dat we allebei superachterdochtig waren. Zou onze auto gestolen worden, zouden we zelf beroofd worden? Hoe weet je nu dat een gebied veilig genoeg is? De betreffende supermarkt staat in een van de studentenwijken vlak bij ons huis, het is een drukke, chaotische straat, maar niets om bang voor te zijn. Ik rijd er bijna dagelijks langs, en gniffel dan over onze onwetendheid. In 2,5 jaar is er veel veranderd. Kaapstad is veranderd van ‘vreemde, opwindende stad’ in ‘bekende, opwindende stad’. Ik ken mijn weg tussen al die grote gebouwen, ik weet wat er te beleven is (maar ben nog lang niet ‘uitbeleefd’), ik ken veel mensen en kan veel van hen mijn vrienden noemen. Kaapstad is thuis geworden…