Reading the bushmen newspaper....



En toen was het ineens 2010…..  En gaat het werk eindelijk beginnen! Volgende week vertrekken we terug naar Kaapstad. We hebben een heerlijke kerstvakantie gehad en mijn batterijen lopen over van de energie en werklust.
Met kerst loopt Windhoek leeg, de zwarte bevolking gaat de familie op het platteland bezoeken en de rest gaat naar de kust… Wij dus ook en we hebben geweldig genoten. Hartmut had daar een voetbaltoernooi waar ik kennis heb kunnen maken met veel van zijn vrienden, we hebben gezwommen, gebodyboarded, geholpen met het bouwen van een megazandkasteel, schitterende zonsondergangen gezien en de krant van de Bosjesmannen gelezen…
Als je nu denkt  dat ik zo’n talenwonder ben dat ik in die paar weken dat ik hier ben de taal van de Bosjesmannen geleerd heb moet ik je teleurstellen. Je moet het meer spreekwoordelijk zien. We hebben namelijk een tour door de woestijn gemaakt onder begeleiding van een gids die ons de krant leerde lezen. De dieren zelf zijn de journalisten die zich laten vinden door de sporen die ze achterlaten. De woestijn, die op het eerste gezicht een levenloze zandduinenvlakte lijkt blijkt tal van geheimen te herbergen. Dieren die zich op verbluffende wijze hebben aangepast aan het harde leven in de hitte en de droogte.
Neem bijvoorbeeld de hoornratelslang, die door zijn zijwaartse manier van bewegen als een van de weinige slangen tegen een duin op kan klimmen. Als het zand te heet is graaft hij zich in totdat alleen zijn ogen en puntje van zijn staart nog zichtbaar zijn. Dit is voor hem ook dé ideale positie om te jagen, haast onzichtbaar wacht hij op zijn prooi, om dan ineens vanuit het niets toe te slaan. Die prooi is bijvoorbeeld een sand-diving-gecko, een gekko die als het hem ‘te heet onder de voeten wordt’, door gevaar of door de warmte van de zon, in minder dan een seconde zichzelf volledig ingegraven heeft. Hij overleeft doordat hij een tweede blaas heeft waarin hij tot 12% van zijn eigen lichaamsgewicht in water extra mee kan slepen, genoeg om maanden te overleven. De slang gebruikt deze gecko’s dan ook als zijn eigen watervoorziening.  Of hij neemt de de palmato-gecko, een hagedis met zo’n dunne en kwetsbare huid dat 20 seconden in de zon genoeg is om hem compleet uit te schakelen. Gedurende de dag leeft hij onder het zand,waar het een stuk kouder is en in de koelte van de nacht komt hij boven om eten en vocht te zoeken.
In de woestijn zijn geen waterbronnen of kleine riviertjes en daardoor kan het leven in de woestijn alleen blijven bestaan door de mist die aan het eind van elke nacht opkomt uit de zee. De dieren hebben elk hun eigen vernuftig systeem om dit water zo efficiënt mogelijk op te vangen. De Namib desert kever klimt elke nacht tot op de top van een duin, gaat op zijn kop staan en vangt zo met het puntje van zijn achterwerk de mist op die over zijn met wax bedekte  vleugels naar zijn kop loopt waar hij het kan opdrinken. Hij drinkt tot 40 procent van zijn eigen lichaamsgewicht en is dus een lopend waterreservoir wat hem tot een zeer geliefd hapje van slangen, kameleons en andere roofdieren maakt.
Ik kan uren door blijven praten over de kleine wondertjes van de woestijn, ik ben enorm onder de indruk van de creativiteit van de schepper! Ik zou dus iedereen willen aanraden om hier langs te komen om samen met mij verwonderd te zijn….
PS: De geldboom bestaat wél... voor iedereen die geïnteresseerd is, het plaatje middenonder is het bewijs. Het enige nadeel is dat de vetplant met zijn muntvormige bladeren 'dollartree' heet. Hopen dat ze bij het inwisselen in de bank niet moeilijk doen over een vreemde valuta...