Bloemetjesranden en oude bekenden
Ik ben terug in Kisumu na een hobbelige maar mooie busreis. Bij aankomst werd ik opgewacht door een enthousiast team van oude bekenden waardoor ik me enorm welkom voelde.
De vertrouwde plastic stoelen, de zo bekende houten tafel waaraan ik al met honderden verschillende mensen gezeten heb, de plastic borden met spuuglelijke oma-achtige bloemetjesranden.... Alles is zo eigen en voelt zo 'thuis'.
Vorig jaar heb ik de busreis niet gemaakt en daar had ik nog altijd spijt van. 8 uur lang in de bus zitten is dé manier om Kenia te zien, de dorpjes, de diversiteit in het landschap en de mensen.
Onderweg kom je door savanna-achtige gebieden met zebra's, apen en 'pumba's', maar ook door mistige heuvels met geheimzinnige dennenbossen. Je hebt prachtige uitzichten over de riftvallei en om de paar kilometer wordt de natuur afgewisselt door dorpjes met kleurrijke marktjes, vrolijke muziek en honderden mensen.
Sommige stukken van de weg zijn in de afgelopen twee jaar enorm verbeterd, het reed bijna als op een Europese snelweg. Andere stukken daarentegen hebben 'potholes' zo diep dat er een zwemwedstrijd in gehouden zou kunnen worden. Op deze stukken van de weg is het vooral vertrouwen op de rij-kwaliteiten van de chauffeur en hopen dat je niet ondersteboven in de berm beland zoals veel andere auto's die we onderweg tegenkwamen.
Op het moment is er in Kenia een enorm schandaal aan de gang over een hotel dat door de regering verkocht is en waarbij waarschijnlijk miljoenen shillings in corrupte handjes terecht gekomen zijn. Ik had in de bus een krant gekocht en de eerste 6 pagina's van deze krant schreven over dit schandaal. Een columnist schreef 'Kenya started the year on a very bad note. But when the big corruption scandals break, you know we are back to normal'.
Dit mag allemaal waar zijn maar voor mij werd de ernst van het geweld na de verkiezingen wel heel erg zichtbaar in de verbrande huizen die langs de weg stonden, de verwoestte winkels in het centrum van Kisumu. Maar meer nog in de vluchtelingenkampen. Rijen witte tenten met daartussen draadjes gespannen waarop kleren te drogen hingen. Kleren van mensen die tot december nog een familie, een baan, een thuis hadden. Maar die nu, maanden later, nog steeds niet terug kunnen, durven of willen. Duizenden mensen waarvan het leven voorgoed veranderd is...
Toen ik dat zag brak mijn hart en vroeg ik me even af of ontwikkelinsgwerk wel nut heeft. Kenia was zo goed bezig, veel landen in Afrika zijn goed bezig, en een slecht verlopen verkiezing en alles is om zeep.
Ach, ik weet dat het nut heeft als ik een glimlach zie op het gezicht van de kinderen die een kleurplaat kleuren, als ik een vroedvrouw aan de rest zie uitleggen wat ik net aan haar heb uitgelegd,als ik hoor dat een patiente die ontzettend ziek was nu weer voor zichzelf kan zorgen.
Ik doe mijn deel, ik doe mijn best, en God doet de rest.
De vertrouwde plastic stoelen, de zo bekende houten tafel waaraan ik al met honderden verschillende mensen gezeten heb, de plastic borden met spuuglelijke oma-achtige bloemetjesranden.... Alles is zo eigen en voelt zo 'thuis'.
Vorig jaar heb ik de busreis niet gemaakt en daar had ik nog altijd spijt van. 8 uur lang in de bus zitten is dé manier om Kenia te zien, de dorpjes, de diversiteit in het landschap en de mensen.
Onderweg kom je door savanna-achtige gebieden met zebra's, apen en 'pumba's', maar ook door mistige heuvels met geheimzinnige dennenbossen. Je hebt prachtige uitzichten over de riftvallei en om de paar kilometer wordt de natuur afgewisselt door dorpjes met kleurrijke marktjes, vrolijke muziek en honderden mensen.
Sommige stukken van de weg zijn in de afgelopen twee jaar enorm verbeterd, het reed bijna als op een Europese snelweg. Andere stukken daarentegen hebben 'potholes' zo diep dat er een zwemwedstrijd in gehouden zou kunnen worden. Op deze stukken van de weg is het vooral vertrouwen op de rij-kwaliteiten van de chauffeur en hopen dat je niet ondersteboven in de berm beland zoals veel andere auto's die we onderweg tegenkwamen.
Op het moment is er in Kenia een enorm schandaal aan de gang over een hotel dat door de regering verkocht is en waarbij waarschijnlijk miljoenen shillings in corrupte handjes terecht gekomen zijn. Ik had in de bus een krant gekocht en de eerste 6 pagina's van deze krant schreven over dit schandaal. Een columnist schreef 'Kenya started the year on a very bad note. But when the big corruption scandals break, you know we are back to normal'.
Dit mag allemaal waar zijn maar voor mij werd de ernst van het geweld na de verkiezingen wel heel erg zichtbaar in de verbrande huizen die langs de weg stonden, de verwoestte winkels in het centrum van Kisumu. Maar meer nog in de vluchtelingenkampen. Rijen witte tenten met daartussen draadjes gespannen waarop kleren te drogen hingen. Kleren van mensen die tot december nog een familie, een baan, een thuis hadden. Maar die nu, maanden later, nog steeds niet terug kunnen, durven of willen. Duizenden mensen waarvan het leven voorgoed veranderd is...
Toen ik dat zag brak mijn hart en vroeg ik me even af of ontwikkelinsgwerk wel nut heeft. Kenia was zo goed bezig, veel landen in Afrika zijn goed bezig, en een slecht verlopen verkiezing en alles is om zeep.
Ach, ik weet dat het nut heeft als ik een glimlach zie op het gezicht van de kinderen die een kleurplaat kleuren, als ik een vroedvrouw aan de rest zie uitleggen wat ik net aan haar heb uitgelegd,als ik hoor dat een patiente die ontzettend ziek was nu weer voor zichzelf kan zorgen.
Ik doe mijn deel, ik doe mijn best, en God doet de rest.