De priester...
De priester gromde. Het was blijkbaar niet de eerste keer dat hij zoiets hoorde. Vermoeid zuchtte hij en begon hij Nana te vertellen over de opties die ze hadden. Uiteraard zouden ze geen abortus laten doen, goede katholieke mensen doen dat niet. Maar als Nana er op aandrong had hij wel een adresje. Nee, niet in het ziekenhuis. Het was bij een vrouw thuis, ze deed het snel en vakkundig, niemand hoefde het te weten. Want dat zouden ze toch niet willen, dat andere mensen hierover zouden horen. Hij kon het begrijpen. Het kind was nog zo jong. Ze luisterde hoe Nana verder informeerde. Het zou niet al te veel pijn doen, er was alleen een risico dat ze teveel zou bloeden. Dan moest de baarmoeder er uit. Dat moest dan wel in het ziekenhuis in de stad. Lastig, maar als dat gebeurde dan moest dat maar gezien worden als de straf van God. Nana leek in te stemmen. 1800 rand zouden ze moeten betalen. Nana schrok, waren zulke voorzieningen niet gratis, financieel ondersteund door de staat? De priester keek een beetje argwanend om zich heen en begon zachter te praten. ‘Vrouw, we leven hier in een dorp, als je zulke zaken snel wilt regelen kun je niet wachten op de staat, deze vrouw doet uitstekend werk. Ik kan je in iedere straat wel een meisje aanwijzen dat bij haar geweest is. Niet dat ik dat doe, ‘hij grinnikte zenuwachtig, ’ de meisjes hebben recht op privacy. Maar ga maar eens praten met garagehouder, zijn vrouw en dochters hebben, zo te zeggen, genoeg ervaring.’ Plotseling leek hij gehaast. Hij stond op, pakte zijn agenda en autosleutels en liep weg. Hij draaide zich om naar haar. ‘Zorg er maar voor dat je hier snel vanaf komt. Ik wil je niet in de bijbelklassen zien zolang je dit hoerenkind bij je draagt.’ Hij spuugde de woorden haast uit, draaide zich om en liep de deur uit.
Nana huilde. Zij huilde ook. Ze wilde naar Nana toe gaan. Een arm om haar heen slaan. Een beetje liefde voelen. Maar de zwaarte in haar maag maakte dat ze op haar stoel bleef zitten. Verlamd. Ze was zwanger. Ze was niet meer welkom in de bijbelklas. Een paar weken geleden was er een groepje vrouwen in de bijbelklas geweest. Blanke vrouwen, ze hadden deftig Afrikaans gepraat, Afrikaans zoals de mensen op TV praten. Ze waren erg vriendelijk geweest. Ze hadden koekjes en snoepjes uitgedeeld en ze hadden een video laten zien over hoe een baby groeit in de moeders buik. Er waren ook modellen geweest van foetussen en kleine baby’s. Ze herinnerde zich hoe ze met haar vingers de omtrekken van de foetussen gevoeld had. Klein, maar alles was er al. Ze herinnerde het warme gevoel in haar buik, zo mooi! ‘Een wonder van God!’Had een van de vrouwen gezegd, en de priester had ingestemd. Nadat de vrouwen alles hadden laten zien en uitgelegd had de priester nogmaals verteld over hoe het leven heilig is. Dat je daar als mensen niets aan kan veranderen omdat een zwangerschap een geschenk van God was. ‘Abortus is zonde’ zei hij. En de meisjes hadden allemaal geknikt. Opeens herinnerde ze zich dat Elmarie van de garagehouder, erg stil geweest was. Normaal had ze het hoogste woord. Zo’n meisje was het. Ze was altijd een beetje bang voor haar. Elmarie was de jongste thuis, ze had drie oudere zussen, die iedere week een ander vriendje hadden. Ze had altijd het gevoel dat Elmarie dingen wist die zij nog niet wist. Elmarie keek altijd zo uit de hoogte als ze vertelde dat ze graag verstoppertje speelde met de kinderen uit de buurt.
Nana duwde het hek open. Het kraakte een beetje. ‘Is daar iemand?’ vroeg Nana. Domme vraag, dacht ze, want de muziek stond hard aan en ze kon ruiken dat er iemand aan het koken was. Ze hoorde de stem van Elmarie’s moeder. ‘kom maar verder, ik ben bezig.’ Nana liep verder en schuw volgde ze haar. De vrouw van de garagehouder had een schort voor en was vetkoek aan het bakken. Ze voelde dat ze moest overgeven. Normaal vond ze vetkoek heerlijk, maar de laatste weken was de geur alleen al genoeg om misselijk te worden. Ze rende naar buiten en alles kwam er uit. Schuw keek ze op. De vrouw van de garagehouder stond achter haar. Ze grinnikte. ‘Zwanger zeker..’ zei ze tegen Nana. ‘ Zo weet ik het altijd bij mijn dochters. Maak je geen zorgen, mijn zus weet hier wel een oplossing voor. De priester heeft je zeker gestuurd…. ‘