Wie is de schuldige?


Het afgelopen weekend hebben we doorgebracht bij Hartmuts oma in Swakopmund, een idyllisch havenstadje met veel Duitse invloeden. Dit zie je in de gebouwen, maar ook in de restaurants, de winkels en de bevolking. Veel oudere Duitsers die hun leven lang hard gewerkt hebben in de eenzaamheid van een boerderij op het dunbevolkte platteland trekken op hun oude dag naar Swakopmund om daar te genieten van wat meer luxe en vooral gezelschap. Als je aan komt rijden door de hete, dorre woestijn waar niets groeit en niets leeft is het moeilijk voor te stellen dat deze stad aan de zee ligt. De woestijn eindigt waar de zee begint en dit geeft binnen een gebied van enkele honderden meters een sterk contrast in landschap en klimaat.

De afgelopen weken heb ik veel leuke dingen gedaan. We hebben vele kilometers gereisd door betoverende landschappen, heerlijk gegeten, schitterende zonsondergangen gezien en enorm genoten. Afrika zoals de reisprogramma’s en travelmagazines het voorstellen. Een heel ander Afrika dan geur van de walmende petroleumlampjes, de sloppenwijken en de overvolle ziekenhuizen die ik gewend was. Maar  juist door in zo’n ‘ander Afrika’ te zijn leer ik om dingen vanuit een ander perspectief te zien. Dat de waarheid niet zo zwart-wit is als ik graag zou willen geloven.

Voor ik naar Namibië kwam kon ik me moeilijk voorstellen hoe men in een ‘arm land’ rijk kan en durft te zijn. Hoe men schijnbaar harteloos grote huizen en de bijbehorende luxe levens kan hebben zonder om te kijken naar buren die het zo veel minder hebben. Maar door hier te zijn, door te observeren, te luisteren en vragen te stellen ga ik dingen begrijpen, snap ik de frustratie van de blanken in Afrika, snap ik dat mensen de hoop op een beter Afrika hebben opgegeven.
Hier in Namibië is een kleine minderheid rijk maar de meeste mensen zijn arm, héél arm. Oneerlijk hè? Toch leer ik nu dat een oneerlijk verdeelde samenleving niet altijd zo oneerlijk is als hij lijkt. De blanken die ik hier ben tegengekomen komen uit hardwerkende families die aan het begin van de vorige eeuw naar Afrika zijn getrokken om een nieuw bestaan op te bouwen. Het begin was vaak moeilijk en veel van deze families kenden tijden van bittere armoede. Ze werkten hard en met het geld dat ze verdienden kochten ze stukken land. De koloniale regering en apartheid zorgden er voor dat wetten en rechtspraak vaak in het voordeel van de blanken vielen en hierdoor floreerde de blanke boer. Zuidwest Afrika  had een goede infrastructuur, hoog aangeschreven scholen en het leven was er goed. 20 jaar geleden kwam er gelukkig een einde aan apartheid, de klein gehouden zwarte bevolking werd weer als volwaardig gezien en langzaam maar zeker kwam er een totale omwenteling in de maatschappij. Nu is het niet langer je opleiding, je ervaring of je kennis die je een goede baan verschaft, maar je huidskleur, mits hij zwart, is opent de deur naar macht. Men zegt dat sommige van de parlementariërs niet eens de middelbare school afgemaakt hebben. En dat is te zien aan de manier waarop ze het land regeren. Op het eerste gezicht lijkt alles mooi en goed maar als je beter kijkt, en als je de verhalen hoort van hoe het 20 jaar geleden was verliest zelfs een rasoptimist als ik een beetje hoop. En als dan de afgelopen week de regering, die er de laatste vier jaar niets van gebakken heeft, met grote meerderheid weer de verkiezingen wint kan ik me de onverschilligheid van de blanke mensen ten opzichte van de armoede heel goed voorstellen.
Daar komt nog bij dat de meeste blanken dagelijks te maken hebben met de totaal andere arbeidsethos van de zwarte bevolking. (Excuses voor mijn generaliseren) De blanken hebben hard gewerkt om te komen waar ze nu zijn terwijl de donkere bevolking meent nu ze de macht hebben het recht op dezelfde luxe te hebben zonder daarvoor de bijbehorende prijs te willen betalen. Als je geen land hebt en je wilt dit wel graag ga je eenvoudigweg land bezetten, als je geen auto hebt kan je die ook stelen en het is eenvoudiger om te klagen en bedelend de hand op te houden om ‘de zielige, benadeelde Afrikaan’ te zijn dan om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Ik heb verhalen gehoord over mensen die een werknemer zochten en naar de politie van een dorp gingen om te vragen wie in dat dorp eerlijk en betrouwbaar was. De politie moest helaas antwoorden dat er niemand was die nog nooit in de gevangenis gezeten was. Werknemers die een goede baan hebben nemen een weekend verlof en komen dan de twee daaropvolgende weken ook niet opdagen terwijl ze wel verwachten dat ze uitbetaald worden, mensen nemen zonder reden ontslag zodat ze geen inkomen hebben en gaan vervolgens zuchten dat het leven in Afrika zo zwaar is.

Het is absoluut niet mijn bedoeling om racistische pro-apartheidspropoganda te schrijven. Natuurlijk zijn er ook hardwerkende zwarte mensen en zeer luie stelende blanke mensen. Men hoeft ook niet bang te zijn dat ik de hoop op een betere wereld verloren ben en dat ik daarom mijn idealen maar aan de kant gezet heb. Maar ik vind het wel belangrijk dat berichtgeving eerlijk is, en dat de-zielige-arme-afrikaan niet altijd alleen maar slachtoffer maar soms ook boosdoener is. De boosdoeners, de corrupte minister, het stelende stamhoofd en de luie politieagent maken het moelijk voor de anderen, de mensen die wel van goede wil zijn, de slachtoffers. Ik heb niet de illusie dat ik met mijn werk een heel continent kan veranderen, en als ik dat al had is die illusie de laatste weken helemaal verdwenen, maar ik kan er wel zijn voor de slchtoffers. Voor de vrouw die er niets aan kan doen dat ze verkracht werd, voor het kind dat er niet voor gekozen heeft om met AIDS geboren te worden en voor het schoolmeisje dat graag voorlichting krijgt zodat ze de juiste keuzes kan maken op de gebieden waar haar omgeving dat niet doet.

Anneke