Zuid Afrika, een tikkende tijdbom?


Toen ik vroeger klein was namen mijn ouders me vaak mee naar musea. Een van de favorieten was het openlucht museum in Arnhem. Daar was een ijzersmid die de mooiste dingen uit een,  in mijn ogen, vies blokje metaal wist te maken. Hij maakte het ijzer zacht bij hoge temperaturen,  sloeg er een heel aantal keren flink op met verschillende hamers in verschillende vormen, plaatste het terug in het vuur, sloeg nog een beetje meer om dan uiteindelijk, als hij tevreden was het gemaakte product in een bak koud water te leggen om het goed af te laten koelen. In zijn werkplaats was een heleboel lawaai, een gevaarlijk warm vuur en veel rook en stoom van het afkoelen. In mijn ogen was het chaos, maar de smid leek goed zijn weg te weten en wist precies wat hij deed.

Gisteren stuurde mijn moeder me een artikel uit het Nederlands Dagblad over Zuid Afrika. De schrijver begreep de situatie in Zuid Afrika goed, in zijn relaas was het duidelijk dat hij veel geluisterd had en op veel punten gaf ik hem ook gelijk. Maar toch veroorzaakte het artikel een gevoel van plaatsvervangende belediging voor ‘mijn’ Zuid Afrika. Misschien is het raar om te zeggen over een artikel dat de situatie in post-apartheid Zuid Afrika analyseert maar ik vond dat de schrijver op een zwart-witte manier mensen in hokjes stopte. Alle blanken zijn rijk en bang (niet waar, lees deze blog maar) en alle zwarten zijn incompetent en oneerlijk rijk geworden of superarm en zonder hoop. De conclusie was dat het niet lang meer zal duren voor de situatie in Zuid Afrika onhoudbaar wordt.

In de tijd van apartheid was Zuid Afrika was als een vies blokje ijzer. De schoonheid was haast niet te ontdekken, de wereld wilde het liefst niets met het land en haar politieke regime te maken te hebben. En dat kan ik me voorstellen, apartheid was afschuwelijk. Maar ondertussen zijn we een heel aantal jaren verder en heb ik het gevoel dat Zuid Afrika in de handen van een smit is. Het land ligt af en toe in een vuur, verkeerde opvatten en denkbeelden moeten weggebrand worden, er wordt geslagen, van buitenaf, maar vooral ook van binnenuit. Oude en nieuwe machten moeten een balans vinden en leren samenwerken. Af en toe wordt er heel wat stoom afgeblazen, ik denk dan aan de protestacties, de stakingen en de vurige politieke partijcongressen.

Het ligt niet in de Zuid Afrikaanse aard om ergens gematigd over te zijn. Als mensen blij zijn wordt er  gedanst en gezongen tot de voeten moe en de kelen schor zijn. Maar als mensen boos of teleurgesteld zijn wordt dat ook luidkeels meegedeeld. Ik zeg niet dat de manier waarop dat gaat altijd goed is. Als ik ’s ochtends in de auto naar het nieuws luister en over weer een protestactie, weer een moord of weer een gang-oorlog hoor wordt ik verdrietig. Maar ik voel verandering. Zuma, de president, heeft onlangs een motie van wantrouwen gekregen. En ik denk dat dat goed is. Ik denk dat het geweldig is dat mensen kijken naar de kwaliteit van een leider en hem niet zonder meer verafgoden omdat hij van de juiste stam of kleur is. Ja, politieke onrust is niet goed, maar ik kan niet zeggen dat veel ‘ontwikkelde’ landen het er de laatste jaren veel beter vanaf brengen.

Een van de problemen in de beeldvorming over Zuid Afrika zijn de vele Zuid Afrikaanse emigranten die overal ter wereld wonen. Ze hebben Zuid Afrika vaak al jaren geleden verlaten omdat in hun ogen de situatie onhoudbaar was. Zij blijven negatieve verhalen rondbazuinen over een jonge democratie die ze gelukkig zijn ontvlucht, net voordat de bom  zou ontploffen. De jaren zijn voorbij gegaan en het land is nog steeds werkende. Misschien niet naar de maatstaven van de wel geoliede democratische machine in Europa, waar de democratie al enkele honderden jaren ervaring heeft, maar in vergelijking met de rest van het Afrikaanse continent brengt dit jonge land het er  helemaal niet slecht van af. In de rest van Afrika wordt Zuid Afrika gezien als het bolwerk van economische welvaart, politieke stabiliteit en geluk. De vele vluchtelingen zijn daarvan de getuigen.

De smid zijn werkkamer was in mijn ogen chaotisch, maar voor de smid was het georganiseerde chaos. Zuid Afrika is een chaotisch land, maar hoe langer ik er woon, hoe meer ik begrijp. Binnen een minuut kan het me overweldigend gelukkig maken en tegelijkertijd ontzettend verdrietig. Het land en haar mensen dwingen je om een mening te vormen over dingen waar je tevoren nog nooit over nagedacht had. Het eist van je dat je weet wie je bent en waar je staat, je kan hier geen muurbloempje zijn dat slechts toekijkt, dan zal het land je opslokken en zijn dramatische politiek en problemen. Van alleen maar toekijken zal zal je depressief raken over de staat en haar toekomst. Als je het spel van Zuid Afrika niet meespeelt sta je binnen de kortste keren op het vliegtuig richting schijnbaar welvarender delen van de wereld. Maar als je de dans meedanst, als je je ogen open doet en bereidt bent om grenzen te verleggen en om te luisteren naar verhalen kun je een van de bruggenbouwers zijn die Zuid Afrika nodig heeft. En meer en meer mensen voelen dat. Meer en meer mensen zien in dat Zuid Afrika niet geregeerd en bestuurd kan worden door één bevolkingsgroep maar dat de toekomst van dit land ligt in het bij elkaar brengen van culturen en ervaring. Dat samenwerken, hoe cliché het ook mag klinken, de sleutel is tot succes.

Onlangs zijn de conclusies van een grootschalig bevolkingsonderzoek bekend gemaakt. Meer mensen dan ooit tevoren hebben toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Meer mensen dan ooit tevoren hebben schone toiletten en een dak boven hun hoofd. Iets wat niet in de census te lezen is maar wat ik wel steeds vaker om me heen hoor en zie is dat meer mensen dan ooit tevoren de grens tussen kleuren over durven steken, steeds meer mensen gaan vriendschappen aan die in de apartheidsjaren ondenkbaar waren. Internationale ontwikkelingshulp voor Zuid Afrika lijkt langzaamaan te stoppen. Zuid Afrika kan het zelf wel. De internationale kraan gaat dicht maar de lokale kraan staat open. Meer en meer kerken, organisaties en individuen zetten zich in voor hun buurman, ongeacht kleur of cultuur. Is dat geen reden om, ondanks alles, hoop te hebben? Mensen vragen me soms waarom ik ervoor gekozen heb om in Zuid Afrika te wonen terwijl er zo veel negatieve berichtgeving is. Maar is  hoop geen goede reden om hier te blijven wonen, om mijn handen uit de mouwen te steken om mijn steentje bij te dragen aan het verbeteren van deze gewonde samenleving?