Stank voor dank...

Deel 4 van het verhaal over D. Klik hier voor deel 1, hier voor deel 2 en hier voor deel 3.

Ze lag in bed. Uiteindelijk had Nana het verteld. Oom had geschreeuwd. Eerst tegen Nana. Dat ze beter op haar had moeten passen en dat zij maar voor een oplossing moest zorgen want het was niet zijn probleem. Daarna tegen haar. Volgens hem was ze voor niets goed. Hoe durfde ze zo thuis te komen. Oom en Nana hadden haar opgenomen in hun huis nadat haar eigen ouders spoorloos verdwenen waren. ‘Stank voor dank’, had oom gezegd. ‘Na al het geld dat je ons gekost hebt is het enige wat je kan doen zwanger worden?’ Ze was de kamer uit gegaan omdat ze niet wilde dat oom haar zou zien huilen. Dat zou het allemaal nog erger maken. Haar hand gleed onder haar shirtje en aaide zachtjes haar buik. Ze dacht aan de plaatjes die de vrouwen in de bijbelklas hadden laten zien. Baby’s, nog in de buik van hun moeder, alles was er al, maar ze waren nog te klein om geboren te worden. Dat groeide nu in haar buik. Ze dacht aan het kindje van haar nicht en glimlachte. Baby’s waren lief. Ze rilde toen ze dacht aan wat de vrouw van de garagehouder gezegd had. Ze moest van haar zwangerschap afgeholpen worden zodat niemand het zou weten. Misschien wilde ze dat helemaal niet. Ze kon zich ook niet zo goed voorstellen dat ze een baby zou hebben, maar het zou toch nog heel erg lang duren voor de baby geboren zou worden. Ze wilde niet dat iemand de baby uit haar buik zou halen. Ze herinnerde zich dat de vrouwen in de bijbelklas hen hadden gewaarschuwd, ‘abortus veranderd je in een moordenaar!'Ze wilde geen moordenaar zijn.

Uiteindelijk viel ze in slaap. Ze droomde dat ze het kindje van haar nicht vermoorde, er was veel bloed. En misvormde baby’s renden furieus achter haar aan. Ze werd wakker van een schreeuw en realiseerde zich dat zij het zelf was geweest die schreeuwde, alles voelde klam. Ze voelde dat iemand naar haar keek. Nana zat naast haar matras dat op de grond lag en huilde. ‘Meisje, meisje’, zei ze. ‘Wat moeten we doen. ‘ Haar lip bloedde. Ze vermoedde dat oom zijn handen weer eens niet thuis had kunnen houden en ze voelde zich schuldig. Hij had Nana geslagen om haar. Ze ging rechtop zitten en Nana sloeg haar armen om haar heen. Ze zocht naar woorden, het was moeilijk om te praten. ‘Meisje’, zei ze uiteindelijk,’ Je bent nog zo jong, en ik weet niet of we er goed aan doen maar ik denk niet dat we je een abortus moeten laten doen. We hebben er sowieso het geld niet voor. Oom zei dat ik je maar een schop in de buik moest geven, of iets moest doen met naalden, zijn zus had ooit hetzelfde probleem en zijn moeder had haar landbouwgif gegeven, het hielp maar daarna is ze nooit meer dezelfde geweest. Ik wil je dat niet aandoen, je bent nog zo jong.’ Nana streelde haar haar, kuste haar op het voorhoofd en wiegde haar zachtjes heen en weer. ‘We vinden wel een oplossing.’

Ze werd wakker van het felle zonlicht dat door de open deur kwam. De zon kwam net op. In het licht zag ze het silhouet van Nana, ze was bezig met het inpakken van een koffer. Haar hoofd voelde zwaar van het huilen en haar kussen was nog nat. Ze wilde doen alsof ze nog sliep, alsof gisteren een droom was en ze vandaag weer gewoon naar school ging. Nana had al gezien dat ze wakker was. ‘Je gaat naar het klooster,’ zei ze. ‘Ik heb de priester gebeld en hij heeft een plekje voor je geregeld. De nonnen zullen voor je zorgen…